Een voetklep, in open water of bassin, is een terugslagklep onderaan in de zuigleiding geplaatst moet worden, wanneer de afstand, tussen het laagste waterpeil en de hartlijn van de pompopening, buiten de marges vallen. Dit om ervoor te zorgen dat watertoevoer gegarandeerd blijft.

Het doel van de voetklep is te vermijden dat de zuigleiding leegloopt als de pomp niet in werking is. Strikt genomen is ze bij zelfaanzuigende pompen niet noodzakelijk. Maar het is in elk geval gemakkelijker de pomp te starten bij een volle zuigleiding. Meestal wordt de voetklep samen met een zuigkorf uitgevoerd, die het vuil tegenhoudt, zodat de verontreinigingen de pomp niet bereiken en ook de voetklep zelf niet geblokkeerd geraakt.

In aanvulling op de Norm moet er een voetklep worden toegepast indien:

  • de hartlijn van de pomp meer dan 1/6 van de hoogte van de effectieve watervoorraad boven het laagwaterpeil is gesitueerd;
  • de pomp zijn water betrekt uit open water en de hartlijn van de pomp minder dan 0,85 m onder laagst voorkomende waterpeil is gesitueerd.
« Naar het Brandwiki overzicht