Zoals de term ‘alarmklep’ al aangeeft, is er sprake van een alarm en van een klep. Een automatisch alarm moet worden gegenereerd als een sprinkler aanspreekt. Dit kan alleen maar als er een overdruk heerst in de leiding waarop de sprinkler is aangesloten.

Die overdruk wordt in normale omstandigheden gehandhaafd door een keerklep toe te passen aan het begin van de sprinklersectie. Wanneer een sprinkler is aangesproken, daalt de overdruk tot een waarde waarop de pomp wordt gestart, of waarbij de watertoevoer in staat is de keerklep te openen. Als de keerklep zo wordt uitgevoerd dat het openen daarvan tevens leidt tot het vrijgeven van een opening waarlangs water naar een mechanische alarmbel kan stromen, dan is in wezen sprake van een alarmklep.

Voorbeeld van alarmkleppen:

Nat Droog
« Naar het Brandwiki overzicht