Gecommandeerde open sproei-installaties (‘deluge’-installaties) kunnen worden toegepast in:
- gebouwen waar zeer snelle brandontwikkeling en/of branduitbreiding is te verwachten en daardoor bluswater over een groot oppervlak gelijktijdig nodig is, bijv. polyester-, polyether-, schuimkunststof- fabrieken/machines, droogovens van hardboardfabrieken, vliegtuighangars, vuurwerkfabrieken e.d.;
- bijzonder brand- en/of explosiegevaarlijke objecten en afdelingen;
- gebouwen waar objecten door stralingswarmte gevaar kunnen opleveren.
Deze objecten moeten zo nodig worden beveiligd door middel van speciale sproeiers, open sprinklerinstallaties of andere stationaire brandbestrijdingsinstallaties. Gecommandeerde open sproei-installaties zijn installaties waarbij de open sproeiers/sprinklers gelijktijdig gaan sproeien, via een ‘deluge’-alarmklep, die wordt gestuurd door een detectiesysteem.
De risicobeoordeling en ontwerpcriteria voor gecommandeerde open sproei-installaties (‘deluge’-installaties) moeten worden gebaseerd op National Fire Codes and Standards uitgegeven door NFPA, dan wel specifieke EN-normen.
Er treedt dan pas water uit de sprinklers als aan de volgende twee voorwaarden is voldaan:
- het warmtegevoelige element van een of meer sprinklers is in werking getreden;
- de detectie-installatie heeft een begin van brand ontdekt en heeft de alarmklep geactiveerd.
In een dergelijk geval is er sprake van een pre-action of gecommandeerde installatie. Dit is een soort droge installatie. In het geval dat een sprinkler wordt beschadigd, zal alleen lucht en geen water uit het leidingnet stromen en wordt dit als alarm gemeld.
Een bijzondere vorm van de gecommandeerde installatie is de deluge-installatie. Een deluge-installatie bestaat uit open sproeiers zonder warmtegevoelig element. Deze sprinklers hebben meestal een bijzondere vorm om water gericht uit te kunnen laten treden. Alleen bij een deluge-installatie staat van te voren vast hoeveel sprinklers gelijktijdig in werking zullen zijn, oftewel water zullen geven. De installatie is voorzien van een alarmklep, die door een detectie-installatie wordt geactiveerd. Na het openen van de alarmklep zal water zich uit alle hierop aangesloten open sprinklers verspreiden. De meest bekende detectoren zijn: rook-, hitte-, infrarood-, ultraviolet-, thermische en pneumatische melders, of een combinatie hiervan. In het algemeen wordt een gesloten detectienet met detectiesprinklers toegepast.
« Naar het Brandwiki overzicht